Juist vanwege deze gevolgen is het heel belangrijk expliciet aandacht te besteden aan de wijze waarop uw organisatie eenduidige maatregelen hebben samengesteld, zodat de blootstelling aan biologische agentia – en dus het risico – kan worden vermeden of zoveel mogelijk beperkt.
Biologische Agentia komen vaak voor. Denk aan situaties waarbij medewerkers werken met planten, (vervuilde) grond, (vervuild) water, afval, mest, compost, kadavers, dieren (o.a. kinderboerderij), op de begraafplaats, insectenbeten, enzovoorts. Daarnaast zijn er heel specifieke biologische risico’s, bijv. contact met bloed van naalden en glasscherven die al dan niet vervuild zijn. Kortom, Biologische Agentia zijn overal.
Wanneer welk effect kan optreden, hangt van zeer veel factoren af. Het is zaak om de blootstelling aan Biologische Agentia goed te beheersen en te zorgen dat er, bij een eventuele besmetting, snel en juist wordt gehandeld om erger te voorkomen. Dit moet via de juiste regels en afspraken, in een protocol.
De inhoud van het protocol Biologische Agentia komt overeen met de bepalingen uit de Arbowet en het Arbobesluit. In het protocol staan zodoende de volgende onderwerpen:
Er wordt specifiek ingegaan op de situaties in de openbare ruimte. Hierdoor wordt het protocol herkenbaar en praktisch. Dit vergroot het draagvlak bij de medewerkers.